"Hamburgers in het paradijs". Inleiding: totems in toga.


Terwijl dierenwelzijn vooral als een Westerse verworvenheid geldt, moeten we ondertussen niet vergeten dat de meest geavanceerde wetten ten gunste van dieren ontstonden in het Duitsland van de jaren dertig van de twintigste eeuw. (140-141)
Aldus Louise Fresco, in haar magnum opus "Hamburgers in het paradijs" (zie afbeelding).



Kaft "Hamburgers in het paradijs" (2013), door Louise O. Fresco

Na deze nogal opvallende uitspraak volgt een regel wit.
Ook hierna blijft verdere toelichting uit.

Wat wordt hier gesuggereerd?
Zijn “geavanceerde” dierenwetten wellicht fascistisch?
Houdt een keuze vóór de dieren automatisch een keuze tégen de mensen in?
Kleeft er iets verdachts aan mensen die zich met dierenwelzijn bezig houden?
De lezer kan er alleen maar naar raden.

Wel zeker is dat Fresco de in de wetenschappelijke wereld gangbare retorische (schrijf)trucs tot in de puntjes beheerst.
Zo leren studenten al om een zin, alinea of hoofdstuk te eindigen met – respectievelijk - het woord, de zin dan wel de alinea waarvan ze willen dat die bij de lezer blijft hangen.
Want wetenschappers presenteren hun resultaten vooral in wetenschappelijke artikelen.
Het is dus belangrijk om goed te schrijven.

Louise Fresco is hoogleraar in Amsterdam ("duurzame ontwikkeling in internationaal perspectief"), bestuursvoorzitter van landbouwuniversiteit Wageningen, kroonlid van de SER, lid van de KNAW, niet-uitvoerend directeur bij Unilever, bestuurslid van het Koninklijk Concertgebouworkest, (roman)schrijfster, columnist en bekleedt - op de koop toe - een functie bij de Rabobank.
Een hele mondvol.
In 2013 publiceerde zij bovendien haar – naar eigen zeggen – “magnum opus”: een erudiet, informatief en zeer leesbaar populair wetenschappelijk boek over voedselschaarste en overvloed. 
Pakweg negenennegentig procent van dit boek is goed onderbouwd, volstrekt rationeel, genuanceerd (enerzijds, anderzijds), helder gestructureerd en historisch verantwoord.
Zoals overigens te verwachten is van iemand met haar staat van dienst.
Stilistisch is het boek bovendien opvallend sterk.

Maar zoals Tolstoj schreef: over gelukkige gezinnen valt niets te zeggen, maar over de ongelukkige des te meer.
Ik ga dan ook met Fresco’s zinnen om, zoals Tolstoj met zijn gezinnen.
Aan de gelukkige – heldere, duidelijke, logische – zinnen heb ik niets toe te voegen.
Maar aan de ongelukkige des te meer.

Kern van mijn betoog

Hoewel gezinnen nogal eens ongelukkig worden na tussenkomst van het noodlot, hoor je steeds vaker over “eigen verantwoordelijkheid”.
Hiermee wordt bedoeld dat mensen zelf bijdragen aan hun eigen ellende.
Of zelfs dat zij het prettig vinden om zich 'in hun ellende te wentelen'.
Op vergelijkbare wijze kun je stellen dat Fresco haar “ongelukkige” zinnen willens en wetens kreupel maakte.
Of liever gezegd behoeftig: aan nadere toelichting en/of onderbouwing.

Waarom?!

Om dezelfde reden die bedelaars er soms toe drijft hun kinderen doelbewust te verminken.
Dat wil zeggen: om te zorgen dat de boodschap – in het geval van bedelaars: geef! – de aandacht trekt van het grote publiek.
Want een aantal – voor Fresco’s betoog cruciale - redeneringen in haar boek gaat onmiskenbaar mank.
Dit is opvallend, omdat zij zeer goed kan denken en schrijven.

Ik heb het overigens niet over het ontbreken van een hart.
Want dit is niet de plaats om de veronderstelde en alom gekoesterde “neutraliteit” van de wetenschapper ter discussie te stellen.

Ik bedoel vooral een zekere invaliditeit in haar werkwijze.
Zo staart de oplettende lezer van het boek nogal eens in de glazige blik van een blinde.
Soms ontbreekt het hoofd – ratio, helder redeneren - zelfs helemaal.
Nogmaals: tekortkomingen die in het geheel niet passen bij Fresco’s - elders in het boek ruimschoots geëtaleerde! - stilistische vaardigheden en eruditie.
Daarbij: zoals de redeneringen met opzet gemankeerd blijven, zo worden de tekortkomingen eveneens doelbewust gemaskeerd.

Bij Fresco zijn het dan ook niet de mankementen die de aandacht trekken.
Ze verbergt haar doelbewust verminkte redeneringen met gracieus gemak achter het air van de goed opgevoede, genuanceerde, rationele, kortom uitmuntende wetenschapper.

Je kunt ook zeggen dat ze de door haarzelf van bewijslast gestripte beweringen bedekt met haar toga.
Fresco bedelt dan ook niet – zoals de eerdergenoemde bedelaars - om geld, maar om geloofwaardigheid.
Zij wil de ongelovige leek bekeren.
Tot het “vertrouwen in wat we nog niet weten”.
Zoals ze schrijft op bladzijde 482 van het boek.
Wat kan dit anders inhouden dan (blind!) geloof?
Voor de goede orde: geloof zonder adequate onderbouwing is precies wat zij haar tegenstanders verwijt!
Hoofdletters dus: Blind Vertrouwen in wat Wij Wetenschappers nog niet weten, maar in de toekomst zeker zúllen Oplossen.
"Als God het wil", of, in dit geval: "Als de Technologie het mág".
Dat wil zeggen: van al die redeloos tegenstribbelende "ongelovigen".

De wetenschappelijke gemeenschap

In dit verband definieer ik de wetenschappelijke gemeenschap als een gezindte.
Gezindte betekent: een groep mensen die op dezelfde wijze zoekt naar betekenisvolle verbindingen of zingeving.
Waarbij meestal een of andere vorm van hogere macht centraal staat.
Van die wetenschappelijke gemeenschap is Fresco een prominente vertegenwoordiger.

Zelf schrijft ze over haar boek:
"Wetenschap in de brede, interdisciplinaire betekenis, en niet ideologie, vormt de eerste pijler van dit boek".(14)
Ideologie of niet: de wetenschap zoekt evenals religie naar betekenisvolle verbindingen.
Maar noemt deze causale (oorzakelijke) verbanden.
Belangrijk verschil met religie is dat deze verbanden in principe bewezen moeten worden.
Voorspelbaarheid noemen we dat ook wel.
Meestal betekent dit dat herhaaldelijk uitgevoerde experimenten tot dezelfde uitkomst leiden.
Met de complete aardbol bij wijze van afgesloten - en onvervangbaar! - laboratorium voor (mogelijk onomkeerbare!) grootschalige experimenten is deze procedure echter niet realistisch.

Met behulp van wetenschappelijke bewezen oorzakelijke verbanden kunnen echter wél voorspellingen worden gedaan.
Dit is nogal wat!
Om die reden moet er in de wetenschap sprake zijn van een hogere (controlerende) macht, die boven de individuele beoefenaars staat.
Die hogere macht is het wetenschappelijke systeem, met peer review als belangrijkste pijler.

Als je Fresco's eigen positie binnen de wetenschappelijke gemeenschap vertaalt naar religie, dan kun je zonder overdrijving stellen dat zij de functie bekleedt van een aartsbisschop.

Maar kunnen we “deskundigheid” beschouwen als een absolute zijnstoestand, die men definitief en onweerlegbaar bereikt na het verkrijgen van een bepaald aantal wetenschapelijke titels, prijzen en eerbewijzen?
En zo ja: geeft officieel vastgestelde (titels, honors and awards) deskundigheid iemand vervolgens automatisch het recht om over de lastigste en meest omstreden kwesties in het vakgebied zónder gedegen wetenschappelijk bewijs(!) schijnbaar onweerlegbare meningen te verkondigen? 

Nee, natuurlijk niet.
Tenminste niet in wetenschappelijke tijdschriften.
Al gaat het daar ook nog wel eens mis.
Want het is zelfs voor wetenschappers verdomd lastig de persoon – bijvoorbeeld een gerenommeerde hoogleraar – te scheiden van zijn of haar onderzoeksresultaten.
Maar in de vaktijdschriften is er in ieder geval de peer review.
De collega wetenschappers (peers) kunnen iemand die – gehele of gedeeltelijke – onzin uitkraamt corrigeren, of zijn of haar artikel zelfs geheel weigeren.
In de praktijk blijkt dit echter lastiger te worden naarmate de bekritiseerde wetenschapper een hogere positie heeft, zoals die kwestie met hoogleraar-bedrieger Diederik Stapel illustreert.

In het geval van een boek voor het grote publiek is het nog lastiger. 
In een lijvig populair wetenschappelijk boek is het voor de geoefende wetenschapper betrekkelijk eenvoudig om zonder grondige bewijsvoering meningen te verkondigen.
Zo kan zelfs de eminentste hoogleraar helemaal los.
Want de uitmuntende hoogleraar is óók maar een mens, zoals Fresco niet ophoudt te benadrukken (“ook ik ben niet ongevoelig voor...”).
Daarbij komt dat visie, persoonlijke invulling en emoties een boek pas echt leesbaar maken.
Persoonlijke ingrediënten zijn het zout in de pap.
De eventuele uitgever zal pittige uitspraken dus alleen maar aanmoedigen.

In het algemeen zal een zichzelf respecterende wetenschapper natuurlijk zijn/haar uiterste best doen om een zo intelligent en verantwoord mogelijk boek te schrijven.
Al is het maar om de eigen reputatie hoog te houden.

Zo ook Fresco.
Ik schreef al dat het boek voor 99% genuanceerd en goed onderbouwd is.
Maar de kern van haar boodschap zit juist verpakt in die – met opzet verkreupelde! – resterende één procent.
Want soms heiligt het doel – in dit geval korte metten maken met de honger in de wereld – de middelen.

Zelf heb ik overigens geen enkel probleem met emoties en persoonlijke uitspraken.
Integendeel: hoe meer hoe beter.
Niemand is immers volstrekt neutraal.

Maar ik heb wél een probleem met boude en ogenschijnlijk onweerlegbare uitspraken en zelfs persoonlijke stokpaardjes in een ogenschijnlijk neutraal en zelfs wetenschappelijk jasje.
Met andere woorden: totems in toga.
Want zelfs de eminentste wetenschapper zal zich in elke gepubliceerde tekst – al is ie bedoeld voor leken - moeten verantwoorden met kraakheldere redeneringen en een navolgbare onderbouwing van alle voor de centrale boodschap cruciale beweringen.

Maar het boek is dik.
Het valt nauwelijks op dat een klein maar belangrijk deel weinig wetenschappelijk is.
In mijn analyse richt ik me op die één procent.

Aanpak

Ik zal een aantal fragmenten uit haar boek geheel citeren en vervolgens onderzoeken op gehanteerde logica en argumenteren.
Op de taal dus.
Want schrijven is denken.
In mijn analyse (zie volgende blog) ontleed ik dan ook een aantal – in mijn ogen doelbewust door Fresco verminkte – passages.
Fragmenten met een ondanks de gebrekkige bewijsvoering (al te) stellige boodschap dan wel bedenkelijke suggestie.

Verder zal ik uitleggen dat Fresco in die bewuste fragmenten vooral gebruik maakt van klassieke drogredenen als het ontduiken van de bewijslast, autoriteits- en gewoonteargumenten.
Dat doe ik door een aantal van haar meest prikkelende, maar slecht onderbouwde beweringen stap voor stap uit elkaar te rafelen.
Oftewel: wat stáát er nu eigenlijk en waar baseert zij dat op?  
Mijn methode is niet strikt wetenschappelijk, maar tenminste to the point, en inzichtelijk.

Doelstelling

Het is mijn uitdrukkelijke bedoeling om de verontruste leek - Schaduwdenker dan wel Lichtzoeker - een hart onder de riem te steken.
De 'onwetende' die voelt dat er iets niet in orde is, maar zich onzeker of machteloos of zelfs monddood gemaakt voelt tegenover zoveel eruditie, uitmuntendheid en - welja waarom niet – maatschappelijke én wetenschappelijke status.
Al is het maar omdat ik me zelf nogal eens een machteloze leek voel, in de confrontatie Fresco's veronderstelde adagium (bewezen waarheid): alles komt goed, mits we de landbouwwetenschappers de vrije hand geven.
Verder hoop ik met mijn analyse bij te dragen aan de discussie en het debat over de omstreden aspecten van de technologische grootschalige landbouw.
Door te laten zien dat bepaalde bewijsvoeringen en onderbouwingen niet aan de wetenschappelijke eisen voldoen.
Hieruit volgt immers dat de boodschap geen voorspellende waarde heeft.
Studentenpapers met vergelijkbare gemankeerde bewijsvoeringen - in de volksmond ook wel wartaal genoemd - worden door universitaire docenten niet eens nagekeken.
Zo bestrijd ik Fresco dus met haar eigen - rationele! - middelen.
Dit lijkt mij de enige effectieve manier.

Over de noodzaak van democratie

Professor Doctor Ingenieur Fresco, bestuursvoorzitter van de landbouwuniversiteit Wageningen (enzovoort: zie boven) schrijft dus, ongehinderd door de in de wetenschap gebruikelijke peer review, een populair wetenschappelijk boek.
In dit boek doet zij een aantal omstreden beweringen die echter om verschillende redenen – staat van dienst, titels, nevenfuncties, honors and awards, zeer hoge intelligentie, retorische trucs en geëtaleerde eruditie van de auteur – onvermijdelijk een zeker gewicht verkrijgen.
Juist waar het controversiële uitspraken betreft berust de argumentatie nogal eens op drogredenen, met het autoriteitsargument – een wolf in schaapskleren - met stip op één.

Tot zover nog niets aan de hand.
Het staat iedereen immers vrij om een boek te schrijven en een mening te ventileren, hoe onwetenschappelijk of recalcitrant ook.
Maar een populair wetenschappelijk werk met onwetenschappelijke (want slecht onderbouwde) beweringen van een gerenommeerde wetenschapper vraagt meer dan welk ander boek ook om polemiek en om een maatschappelijk debat.
Bij wijze van layman(s) review, oftewel: democratie.
Want Aristoteles wist het al: universeel geldige argumenten bestaan niet.
Alles hangt af van je doelstelling en je publiek.

Maar een verwijzing naar de oude Grieken houdt ook een waarschuwing in.
Want niet álle Grieken hadden stemrecht.
Mógen leken eigenlijk wel meebeslissen, in Fresco’s universum?
Ik vrees van niet. 
Dit omdat Fresco elk inhoudelijk debat met niet-wetenschappers in de kiem lijkt te smoren. 
Haar tegenstanders zijn immers per definitie onwetend.
Getypeerd als Schaduwdenkers en Lichtzoekers zijn ze ongevaarlijk.
Want mét de hoofdletters zijn ze plotseling gelovigen geworden.
Wie neemt gelovigen serieus?

Wie Fresco’s boek goed leest ontwaart in haar eigen universum echter eveneens één opperwezen (hogere macht).
Namelijk de wetenschap zelf, die overal wordt gebruikt als universeel (autoriteits!) argument waarmee - als 't moeilijk wordt - elke bewijslast kan worden ontdoken.

Ik herhaal dat zij haar publiek vooral lijkt te willen bekeren.
Tot het “vertrouwen in wat wij nog niet weten”, maar wat de wetenschap (technologie) óngetwijfeld in de toekomst zal kunnen oplossen.
Van ketters lijkt zij niet te houden, ondanks koosnaampjes als Schaduwdenkers en Lichtzoekers.
Zij verkondigen meningen. 
Want kijk: met elkaar zijn zij het evenmin eens (verdeel en heers!).

Zij mogen best meepraten, bij wijze van nuttige huisdieren die de emoties kanaliseren en de restjes toegeschoven krijgen.
Maar samenscholen: dát liever niet.
Laat staan dat ongelovigen – nogmaals: zij die weigeren om de oppermachtigheid van het wetenschappelijk systeem te erkennen - daadwerkelijk mogen meebeslissen over zoiets gewichtigs als de wereldvoedselvoorziening.

Wetenschappelijke onschendbaarheid

Waarom komt Fresco met dit alles weg?
Naar mijn idee niet ondanks, maar dankzij haar prestigieuze positie en haar enorme staat van dienst - zowel in de wetenschap als in het bedrijfsleven.
Zoals ik al schreef is haar magnum opus bedoeld voor de geïnteresseerde leek.
Het is dus geen aan peer review onderhevig wetenschappelijk werk.
Maar een gedegen wetenschappelijke bewijsvoering is aan leken sowieso niet besteed.
Veel te saai, langdradig, complex, cijfermatig, droog of - om wat voor reden dan ook - onnavolgbaar.

Dat treft, want bepaalde kernpunten uit Fresco’s betoog verdragen net zo min een gedegen wetenschappelijke bewijsvoering als de gemiddelde leek.
Desalniettemin heeft de boodschap van elk populair wetenschappelijk werk – immers geschreven door een “deskundige” - onmiskenbaar een zeker gewicht.
Laat staan de centrale boodschap van een “magnum opus” geschreven door een hoogleraar met een indrukwekkende staat van dienst en een uitgebreid netwerk in het bedrijfsleven.
Met andere woorden: een aartsbisschop.
Zo'n magnus opus lijkt een bijna goddelijke status te hebben.


Conclusie

Mijn conclusie is dat uitgerekend de belangrijkste beweringen in Fresco’s magnum opus weinig hout snijden.
Lees het boek dus zoals seculiere mensen de bijbel lezen.
Om in de sfeer van voedsel te blijven: slik haar teksten niet voor zoete koek, maar neem ze met een flinke korrel zout! 


Reacties